Medan (19 - 22 januari) - Reisverslag uit Medan, Indonesië van herman en johan - WaarBenJij.nu Medan (19 - 22 januari) - Reisverslag uit Medan, Indonesië van herman en johan - WaarBenJij.nu

Medan (19 - 22 januari)

Door: Herman

Blijf op de hoogte en volg herman en johan

28 Januari 2013 | Indonesië, Medan

Mijn zorgen over Soeharto's politiestaat worden niet weggenomen als we bij de douane onze tassen helemaal uit moeten pakken. Maar als we eenmaal de douane zijn gepasseerd voelen we ons welkom in Indonesië. In de bus naar Medan vallen me een aantal dingen op. Wat is het hier smerig, overal ligt afval opgestapeld langs de kant van de weg. Waarom rijdt het verkeer links? En waarom kan ik veel van de opschriften langs de kant van de weg niet lezen?

We maken kennis met het fenomeen afdingen. Prijzen liggen hier niet vast, maar moeten vooraf onderhandeld worden. Voor zover niks nieuws, dat mechanisme kenden we al vanaf we Turkije. Nieuw is alleen dat hier echt over alles onderhandeld moet worden, de prijs van de bus, het hotel, het restaurant, boeken, je kunt het zo gek niet bedenken. Ik verander in een man met een missie. Ik ga voor de laagste prijzen. Dat begint direct al in de taxi naar het hotel. 1000 roepia, dat gaan we niet betalen. Na lang ge-tawar weet ik de prijs terug te brengen tot 600. Maar het blijft knagen. Hadden we misschien niet toch al voor 500 … - dat scheelt toch maar mooi 10 Nederlandse centen.

We vinden een aardig losmen - van het Nederlandse logement - schuin tegenover de grote moskee van Medan. Dan weet je zeker dat je op tijd gewekt wordt. Tegenover het losmen is een eethuisje, vol plastic tafels en hard tl-licht. We zijn nog maar net gaan zitten of de tafel wordt volgezet met allerlei schaaltjes: eieren in sambal, drooggebakken kip, vis in kerrie, tempeh, rundvlees in een zwarte saus, kippenhartjes, alles bij elkaar een schaaltje of tien. Ik roep de jongen en zeg dat we niet van plan zijn zoveel te eten, maar dan komt de clou, we betalen alleen de schaaltjes waar we van pakken. Een briljant concept. Johan en ik zien ons in weidse visioenen een groot restaurant in Nederland openen, Padang stijl, plastic tafels, wit tl-licht en al het eten direct op tafel. Ik vrees dat de voedsel- en warendienst er wel een stokje voor zal steken.

Het losmen wordt gerund door een paar jongens. Ook hangen er 2 meisjes rond. Voor hen ben ik een bezienswaardigheid. Ze noemen me plagend "hidung merah", roodneus. Inderdaad, na ons ervaringen in Phuket hangen de vellen nog steeds aan mijn lijf. s' Avonds zitten we gezellig te praten. Waar we vandaan komen, waar we naar toe willen. Depok! Ja, Depok, dat kennen ze wel. Daar spreekt iedereen Nederlands en 's avonds wordt er gedanst. We gaan toch zeker ook wel naar Bali? Ze vragen of onze ouders nog leven, of we broers en zussen hebben, of we getrouwd zijn, nee, maar dan hebben we toch zeker wel een verloofde? Wat ons beroep is. Welk geloof we aanhangen. Geen geloof, maar dan zijn we communist, dan moeten we opgepakt worden. Volgens de Pancasila - de grondslag van Indonesië - moet iedereen een geloof hebben.

Johan heeft de grote drukke vieze stinkende steden in Pakistan genoemd, maar die zijn nog oases van rust vergeleken met Medan. Volgens ons gaat de ene helft van de inwoners 's ochtends vroeg ergens langs de weg staan, terwijl de andere helft op de brommer stapt of achter het stuur van een auto om vervolgens willekeurig mensen op te pikken, ze naar een andere plek brengen, waarna het hele circus weer van voren af aan begint. Anders kunnen we de drukte van brommers, auto's, busjes en fietstaxi's niet verklaren. Op elk druk kruispunten staan verkeerslichten, maar niemand trekt zich daar iets van aan. Stel je voor, auto's rijden hier gewoon door rood licht. Met als gevolg dat elk kruispunt vol staat met walmende, claxonnerende auto's. Ergens in het midden staat een agent met een bord te zwaaien, in een poging het verkeer te regelen. Niemand trekt zich wat van de arme jongen aan.

We gaan op onderzoek uit hoe we verder reizen. De bus naar Padang vertrekt over 2 dagen, de boot naar Djakarta pas over een week. Naar het noorden - richting Takengon - is geen trein. We lopen daarom maar wat rond. De straten zijn breed, meestal verhard, met aan weerszijden trottoirs. Tussen het trottoir en de rijbaan is een goot van een halve meter diep. De eetstalletjes gebruiken het water uit de goten om glazen te spoelen. - het is de natte tijd, dus er staat flink veel water in. Waar het water voor de thee vandaan komt, daar durven we niet aan te denken. We drinken uitsluitend hete thee of "witte" thee = gekookt water.

Overal op straat worden we aangegaapt en aangesproken. Hello mister, where you go. Daarmee is de kennis van het Engels meestal wel uitgeput. Het is ons al snel duidelijk, dat als je er niet tegen kunt de hele tijd aangesproken te worden, als je Indonesiërs maar opdringerig vindt, dan ga je hier een lastige tijd tegemoet. Ons maakt het niet uit, het geeft bovendien de mogelijkheid ons Indonesisch wat te oefenen.

De koloniale tijd is nog goed zichtbaar in Medan. We zien kerken, scholen, landhuizen, een watertoren, het station en het oude postkantoor. Uiteraard geen post. We komen langs restaurant Tip Top met een wel heel bijzondere kaart. Spekpannenkoeken en bitterballen. Zo'n kans laten we natuurlijk niet lopen. Op weg naar het station zien we veel bedelaars langs de weg. Het is een deerniswekkend gezelschap van mismaakte mensen. Ik wil wel geld geven, maar waar te beginnen? En is het eind dan niet zoek? Ik ontwikkel een handzaam criterium om mijn geweten enigszins te sussen. Ik geef alleen bedelaars die niet in staat zijn geld aan te nemen. Een bedelaar zonder handen is de eerste "gelukkige".

We bezoeken de bibliotheek van het Amerikaanse consulaat. Dat is wel prettig geregeld, overal in de Amerikaanse ambassades en consulaten kun je altijd terecht om tijdschriften en kranten te lezen. We brengen ook een bezoekje aan het Engelse en Nederlandse consulaat en zijn weer helemaal op de hoogte. In de boekhandel ontdek ik waarom ik veel woorden in het Indonesisch niet herken. In 1972 is de spelling gewijzigd, oe = u, tj = c, dj = j en j = y. Handig hoor. Vanaf nu schrijf ik Djakarta dus maar als Jakarta en kroepoek als krupuk. We kopen Almatsier, How to master the Indonesian Language, een uitgave met de laatste spelling.

De laatste avond in Medan doen we voor twee Engelse meisjes onze upper-class twit act. "This is not cricket" en dat soort dingen. Met groot succes. De reis tot nog toe heeft onze Engelse woordenschat een enorme boost gegeven, maar na verloop van tijd vallen we toch door de mand. Nee, we komen niet uit de buurt van Manchester, we zijn Hollandse jongens.

Morgen nemen we de bus naar Takengon. Die plaats is ons aangeraden door een van de jongens uit het losmen, hij komt daar zelf vandaan. Volgens hem een mooie kleine stad, midden in het oerwoud aan de rand van een meer.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

herman en johan

herman en johan maken van oktober 1974 tot mei 1975 een reis overland naar Indonesië

Actief sinds 14 Okt. 2012
Verslag gelezen: 540
Totaal aantal bezoekers 43389

Voorgaande reizen:

Landen bezocht: