Kabul-Delhi - Reisverslag uit Delhi, India van herman en johan - WaarBenJij.nu Kabul-Delhi - Reisverslag uit Delhi, India van herman en johan - WaarBenJij.nu

Kabul-Delhi

Door: Herman

Blijf op de hoogte en volg herman en johan

12 November 2012 | India, Delhi

Kabul - Delhi (4 november - 7 november)

Al met al blijven we 5 dagen in Kabul. Behalve het uitstapje naar het Buskhazi stadion ondernemen we niet zoveel.
Veel hangen, boeken lezen, praten met andere (westerse) reizigers, hasj roken, eten, brieven schrijven, slapen, Bahasa Indonesia leren, dat is het wel zo'n beetje. Verder moeten ook een paar praktische dingen geregeld worden, zoals een visum voor India. Daar ben je al gauw zo'n 2-3 dagen mee bezig.

Johan en ik trekken meer en meer op met Hans en Geert-Jan, die met hun Bedford bij ons hotel staan. De mannen roken niet en dus is het mogelijk langer coherente gesprekken te voeren over van alles en nog wat. Niet dat die gesprekken veel om het lijf hebben, het blijft toch vooral ouwehoeren. Over de zolen van mijn mooie suède schoenen bijvoorbeeld, die aan het loslaten zijn. Ik vraag Hans of ze nog gerepareerd kunnen worden. Hans - schoenhandelaar - kijkt misprijzend. Hij legt uit dat voor de zolen van mijn schoenen blijkbaar geplakt zijn en niet zoals gebruikelijk gestikt. En inderdaad, we hebben nog geen schoenmaker met lijmpot gezien. Ik vrees dan ook dat mijn schoenen het eind van de reis niet zullen halen.

We praten over boeken. Geen literatuur, want daar zijn Hans H en Geert-Jan niet van, maar over Alistair McLean bijvoorbeeld. Ik mopper dat al zijn verhalen op elkaar lijken, met een onwaarschijnlijk plot en een Deus ex Machine als uitweg. Hans H. vertelt dat hij bij de verhalen van Simenon al wie het gedaan heeft op het moment dat de dader voor het eerst wordt opgevoerd. Blijkbaar doet Simenon dat heel onhandig, al is mij dat nooit opgevallen -zelfs na een jarenlange training Grieks en Latijn, dat zoals bekend overal goed voor is. Ik besluit dat ik Maigret vooral voor de sfeer lees.

We horen verhalen over de blauwe bergmeren van Bandiamir en de grote Boeddhabeelden in Bamyan. Hans J. heeft haast en er is dan ook geen tijd voor een omweg. Aan de ene kant vind ik dat jammer, aan de andere kant denk ik "Ja, het zijn maar beelden, die lopen niet weg." Uit Nederland bereikt ons het nieuws dat er een gijzeling plaats heeft in de gevangenis van Scheveningen. Er zouden mogelijk doden gevallen zijn.

De laatste avond voordat we richting Pakistan vertrekken roken we nog een laatste joint. Binnen 5 minuten wil ik alleen nog maar liggen en zak ik weg in een diepe slaap. Ik hoor nog Hans zichzelf overtreffen met de opmerking dat het Fries Stamboekvee geveld is. Mijn laatste gedachte is dat ik nu echt moet stoppen met die troep.

De tocht van Kabul naar Jalalabad is adembenemend als we door de fameuze Khyber pas rijden, decor van beroemde veldtochten. Nog steeds blijkbaar, want het wemelt hier van de militaire voertuigen. Mabub maakt zich misschien wel terecht zorgen over een naderende oorlog. Desondanks is de grenspassage opvallend eenvoudig. Het eerste wat aan Pakistan opvalt is dat ze links rijden. En dan niet even, zoals we dat in Nederland in een overmoedige bui wel eens doen, maar permanent. Verder zien we veel forten en huizen in Engelse koloniale stijl.

Onderweg zien we het landschap langzaam veranderen. Alles wordt vlakker, We zien voor het eerst palmbomen. Het wordt ook warmer. Als we in Peshawar komen is het heet. Ik moet ook enorm wennen aan het linksrijdende verkeer. Oversteken is hier een avontuur, zeker omdat de Pakistanen als gekken rijden. Dat wordt nog wat de komende tijd. Je moet hier ook goed uitkijken waar je je voeten neerzet. Mensen spugen onbekommerd op de stoep en straat. Die kwatten zijn vaak rood van kleur. Alsof hier een longepidemie is uitgebroken. Johan en ik maken ons wat ongerust. Het zal toch niet besmettelijk zijn?

Onderweg zien we allemaal kramen met gekleurde kruiden van groen, geel, rood, bruin en alles daartussen. Hans H. - ja overal waar we stoppen komen we weer dezelfde mensen tegen - en ik besluiten op basis van die kruiden een warme maaltijd te maken. We kopen uien, appels en ander fruit, een berg tamelijk rood poeder -geen idee - en beginnen te bakken en stoven. Het smaakt niet slecht, al hebben we duidelijk te veel poeder door het eten gedaan, gelukkig is het niet te scherp, maar het is zeker te poederig.

Via Lahore bereiken we de Indiase grens die we ook weer opvallend gemakkelijk passeren. Alsof hier nooit oorlog is geweest. Het landschap wordt steeds tropischer. We zien palmbomen en bananen en en nog veel meer tropische struiken en bomen, waarvan we de namen niet kennen. We zien papegaaien, aasgieren, kraaien, roofvogels. En koeien, eindeloos veel koeien die hier overal onbekommerd rondlopen. Onderweg stoppen we bij een kleine uitspanning. Een binnenplaats met een waterput. Een oude man biedt ons koud water aan. Ik kom in gewetensnood, nooit ongekookt water drinken, of een vriendelijk gebaar afwijzen. De zorg voor mijn welzijn wint het van mijn zorg voor wellevendheid, we blijven Hollanders.

India verrast me om meerdere redenen. Allereerst zien we veel boerderijen volgens Fries model, met zwartbont vee en melkfabrieken. Dat is wel apart. Ik kan me niet voorstellen dat zich hier Nederlandse boeren gevestigd hebben, dus het zal wel met ontwikkelingshulp te maken hebben. Verder zijn de restaurants erg schoon, met goede toiletten en prima eten. Ook de camping in Delhi overtreft de meeste campings in Nederland qua hygiëne.

Op de camping staan we met zo'n 100 man uit Europa, waaronder alleen al 36 Nederlands sprekende gasten. We zijn onderweg al zo veel Nederlanders tegengekomen dat we ons afvragen wie in Nederland het licht uitdoet. We zien mensen van alle leeftijden, veel twintigers natuurlijk, maar ook gezinnen met jonge kinderen en echtparen waarvan de kinderen de deur uit zijn. Ook nog verrassend veel mensen van boven de 60. Ze rijden allemaal in de meest wonderlijke voertuigen. Er zijn schattingen dat er straks zo'n 10.000 Europeanen in Goa zitten om de kerst door te brengen.

Heb ik het al over Johan Cruijff gehad? Overal waar we onderweg vertellen dat we uit Nederland komen horen we "Kroef, kroef". Dat is al begonnen in Turkije. Dat we de finale verloren hebben heeft ons in elk geval veel sympathie opgeleverd. Iedereen die we spreken vond Nederland de beste, alleen de Duitsers denken daar anders over. Maar die kunnen dan ook slecht tegen hun verlies.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

herman en johan

herman en johan maken van oktober 1974 tot mei 1975 een reis overland naar Indonesië

Actief sinds 14 Okt. 2012
Verslag gelezen: 474
Totaal aantal bezoekers 43491

Voorgaande reizen:

Landen bezocht: