Bangkok - Georgetown - Reisverslag uit George Town, Maleisië van herman en johan - WaarBenJij.nu Bangkok - Georgetown - Reisverslag uit George Town, Maleisië van herman en johan - WaarBenJij.nu

Bangkok - Georgetown

Door: Herman

Blijf op de hoogte en volg herman en johan

14 Januari 2013 | Maleisië, George Town

Bangkok - Georgetown (6 januari - 13 januari)

We zijn in drie en een halve dag van Vang Vieng naar Phuket gereisd, met een stop van anderhalve dag in Bangkok. En nu zitten we vast. In Zuid-Thailand is geen verkeer meer mogelijk door een tropische cycloon met vloedgolven en harde slagregens. En dan is de grote moesson nog niet eens begonnen. Dat belooft wat voor Indonesië straks, in februari begint daar de natte tijd. Vanaf Istanbul tot Laos was het elke dag stralend weer. Met af en toe een wolkje in Nepal. Maar sinds Laos zitten we meer en meer in de regen.

Een wonder dat we de 950 kilometer tussen Bangkok en Phuket nog in 14 uur hebben weten af te leggen. Smalle tweebaanswegen, een wolkbreuk van 7 uur lang, een lekke band, maar de chauffeur is een held, niet stuk te krijgen, als het een keer wat minder gaat neemt hij een slokje uit een flesje, zijn pupillen gaan weer wijd open, hij trekt het stuur nog eens stevig aan, passeert een vrachtauto, verblind nog wat tegenliggers en verder scheuren we met 120 kilometer per uur.

Geen kwaad woord over de Thaise bussen, die zijn prachtig, voldoende beenruimte, airconditioning en vliegtuigstoelen. Dat is toch een heel ander verhaal dan de bussen in Birma en Laos. Daar gaat meer om verbouwde vrachtauto's. In een bus in Laos kunnen gemakkelijk 7 mensen in de cabine. Johan en ik deden soms het spelletje: "Wie is de chauffeur?". Dat valt in de praktijk nog niet mee. Bovenop de cabine is nog plaats voor 3-4 mensen. Dan stoppen we er nog 30 in de laadbak, 3 op de treeplanken, 10 hangend aan de opbouw en 10-15 op het dak. Nu snappen we ook beter de berichten in de Nederlandse kranten dat bij een busongeval ergens ver weg 80 mensen om het leven zijn gekomen. Reizigers hebben ons er op voorbereid dat ons dat in Indonesië opnieuw te wachten staat, inclusief gebedsgenezers, bedelaars en allerlei verkopers, van pinda's , sigaretten, fruit tot compleet ontbijt. Voorlopig genieten we nog volop van de Thaise bussen.

Phuket is ons geschetst als een idyllisch vakantieparadijs met maagdelijk witte stranden. Dat geldt zeker voor de stranden. maar minder voor de vrouwen. Voortdurend worden we aangesproken door jongetjes met "Hello mister, you want my sister". Wat is dat toch hier in Thaliland, Bangkok is het bordeel van Zuid-Oost Azië, Phuket is daar een mini-uitvoering van, je kunt je overal onbekwaam zuipen, maar als je een jointje wilt roken loop je het risico van de doodstraf.

Nee, in Phuket voelen we ons niet echt senang - je hoort het al, ik spreek al een aardig woordje Bahasa. De fellow travelers die we hier ontmoeten zijn van een heel andere orde dan die we tot nog toe ontmoet hebben. Geen losgeslagen Franse freaks, geen Duitsers of Britten die al meerdere jaren aan het reizen zijn, geen Nederlanders, Ieren of Belgen, vooral Australiërs en Nieuw-Zeelanders. En die komen niet voor de cultuur. Had je van Europa een stroom reizigers op zoek naar zingeving, mystiek en hasj, hier zien we een stroom op zoek naar Thaise zusjes of broers, al gelang naar geaardheid of geslacht. En overdag op het strand rondhangen, op weg naar weer een dag voorbij. Johan duidt ze oneerbiedig aan als "witmensen".

Begrijp me niet verkeerd, het eten is heerlijk, de stranden hier zijn prachtig en de natuur is overweldigend. Je ziet wonderlijke rotsformaties en kleine eilandjes voor de kust, . En als je even verder gaat dan Patong Beach heb je de stranden helemaal voor jezelf. Het lijkt ons heerlijk hier een paar dagen met vrienden door te brengen. Overmoedig trekken we onze T-shirts uit. Een half uur niet langer. Op weg terug voel ik me niet lekker, nee, opzouten nu met je zusje, terug in het hotel heb ik koorts, mijn hele bovenlijf is verbrand. Ik ga vroeg naar bed en slaap onrustig. Ook Johan is verbrand, maar niet zo erg als ik, al weer een voordeel van Indische roots. We blijven de hele dag in het hotel, kaarten wat, schrijven brieven, eten kokospannekoeken en somberen dat we niet verder kunnen.

We somberen ook over de toestand in dit deel van de wereld. Thailand zit aan alle kanten in de tang. Aan de grens met Birma vechten ze een strijd uit met drugslegers. Stel je voor, die drugssmokkelaars hebben hele legers tot hun beschikking, inclusief tanks. Aan de Noord- en oostgrens voeren ze strijd met rebellen en voelen ze de druk van de communisten. En in het zuiden aan de grens met Maleisië zitten communistische en islamitische opstandelingen. Bangkok wordt elk weekend overstroomd door Amerikaanse militairen. Over 10 jaar is dit hele land naar de knoppen, inclusief Birma, Laos, Cambodja, Maleisië en de Filipijnen. We lezen berichten dat de troepen van de Vietcong voor Phnom Penh staan. Ik was altijd enthousiast tegenstander van de Vietnamoorlog, maar sinds onze kennismaking met de Pathet Lao weet ik het niet meer. Als de communisten hier niet de macht overnemen, dan zijn het wel de Amerikanen of de Fransen, of anders de Japanners, die loeren ook al jaren op Australië.

Ik somber dat ik in 3 maanden maar 2 brieven heb ontvangen. Ik vraag me af of onze brieven wel aankomen. We horen en lezen verhalen dat medewerkers de postzegels van de brieven weken om deze opnieuw te kunnen verkopen. Wat er met de brieven gebeurt valt te raden. Ik maak me zorgen dat ouders en vrienden alle post naar Djakarta hebben gestuurd. Tegen de tijd dat we daar aankomen liggen sommige brieven dan al twee maanden te wachten. Die zijn dan vast retour gestuurd of vernietigd. Ik weet nog steeds niet of ik oom ben geworden. Ik heb geen kaartje, niks ontvangen.

Sinds we uit Katmandu vertrokken hebben we overstromingen meegemaakt in India, een studentenoproer in Birma, schermutselingen aan de Mekong en nu een cycloon in Thailand. Ik schrijf aan de familie De Lange dat als ze geen brieven meer van ons ontvangen alleen maar de krant hoeven te raadplegen. Is er ergens een natuurramp of erger, dan weten ze waar we zitten.

Wel zitten de weer Helwessers op de hielen. In Bangkok laten ze ons in een briefje weten dat ze de dag tevoren naar Phuket zijn vertrokken. Hier in Phuket zouden ze in het Siam Hotel zitten. Maar we treffen hen niet. Wellicht zien we ze nog in Georgetown.

Op 12 januari vertrekken er weer bussen naar het zuiden. We reizen via Trang naar Hat Yai, een tocht van 12 uur. In Hat Yai nemen we de trein naar Butterworth. We passeren de grens bij Padang Besar - groot veld volgens mijn lesboek indonesisch - , ik zie een bordje met "Selamat datang di Malaysia" - maar echt welkom voelen we ons niet, gezien de waarschuwingen aan hippies en ander tuig. In Butterworth stappen we op de ferry naar Pulau Pinang - palm eiland- en nemen een kamer in het Yee Hin hotel, een bordeel waar je ook kamers kunt huren om alleen maar te slapen.


Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

herman en johan

herman en johan maken van oktober 1974 tot mei 1975 een reis overland naar Indonesië

Actief sinds 14 Okt. 2012
Verslag gelezen: 337
Totaal aantal bezoekers 44157

Voorgaande reizen:

Landen bezocht: