van Atjeh naar Djakarta
Door: johan
Blijf op de hoogte en volg herman en johan
10 Maart 2013 | Indonesië, Depok
Via de haven Oleeleheu gaan we op een krakkemikkige pont, eerder een landingsvaartuig, naar het eiland Weh, het noordelijkste eiland van de Indonesische archipel met als grootste plaats Sabang met zijn natuurlijke haven, vroeger de eerste of laatste gelegenheid voor de schepen van en naar Holland om vers water in te nemen. ( Er hangt bij mijn oma een schilderij van mijn opa, gemaakt van een foto, die genomen is op deze plaats ) Tijdens de rit met een taxi daarheen maken we kennis met Boji, die ons afzet bij het Sabang Hill hotel, waar we op een enorm biljard onze kunsten kunnen laten zien en ‘savonds praten met iemand over het meenemen van spullen, voornamelijk sigaretten en sarongs. Het blijkt, dat Sabang een zogenaamde freeport is, waar die zaken belastingvrij gekocht kunnen worden en waar wij als buitenlanders grotere hoeveelheden van mee kunnen nemen dan de eigen bewoners, dus daar duikt Boji weer op; die ziet zijn kans schoon. Hij neemt ons mee naar familie, waar we dansen en liedjes zingen, en maakt ons zo rijp voor het betere meeneemwerk. En zo varen we met de pont weer terug naar Oleeleheu, elk met 3 sloffen Dunhill sigaretten, 2 sarongs ( uit India, mogen niet wegens protectionisme ingevoerd worden ) en 3 grote blikken Ovaltine
( melkpoeder ). Bij de douane geeft het natuurlijk geen problemen en we brengen nog een paar dagen door in deze havenstad, met volleyballen en veel bezoeken aan allerlei mensen, die het interessant vinden om buitenlanders in hun huis te ontvangen.
Via Bireuen, waar we bekenden van de heenreis bezoeken; met een “vissersboot” ( = grote kano ) de zee op gaan voor een tochtje, waarbij we dolfijnen en vliegende vissen zien; naar muziek luisteren (o.a. Cuby and The Blizzards ) en horen, dat Zamal en Berry business hebben ( 1 kg ganja voor Rp 3000 ), rijden we over de bekende slechte wegen naar Medan, waar de muskieten in hotel Waringin zich alweer verheugen op mijn komst.
Daar horen we, dat de volgende morgen om 10 uur een boot van de Pelni-lines naar Jakarta vaart, wat ons erg aantrekkelijk lijkt, alleen, het is een enorme aderlating van ons reisbudget : Rp 12000 p.p. = 70 gulden ! We moeten ons haasten om op tijd te zijn en zien een groot passagiersschip aan de enorm drukke kade liggen, terwijl een band, The Pelnis, op één van de gangboorden goede Indonesische popmuziek ten gehore brengt.
Om 11 uur vertrekt het schip, in 1956 in Vlissingen gebouwd, voor de 3-daagse reis naar de hoofdstad en omdat we de goedkoopste klasse ( = dekklasse ) hebben, de dekken overvol zijn, gaan we snel naar het dek van de 1e klas ( geen probleem als je wit bent ……). Daar krijgen we al snel van een goed nederlands sprekende bemanningslid , genaamd Karel, een voorstel om een hut van 1 van de officieren te huren, voor Rp 12.000 inclusief eten .Nee, dank u, wel kunnen we onze bagage bij hem kwijt. Over eten gesproken: rijst + ei + sambal schaft de pot voor de dekklasse, slechter kan haast niet. In totaal zijn er 4 blanken aan boord, waaronder een amerikaans-nederlandse vrouw, Leneke Esser, die op de CHBS in de Rozenstraat heeft gezeten en een zusje had op dezelfde middelbare school, die ik zelf bezocht heb; ze is bevriend geweest met Nico Dekker, een zoon van de vorige bewoners van ons huis in de Wassenberghstraat, en had er zelfs wel eens geslapen ! Ongelofelijk ! ‘sAvonds gaan we in de bar onder genot van bier dansen in de bar, helaas mogen dames niet meedoen en daarna leggen we ons te ruste op het dek.
Het ontbijt bestaat uit rijst + stukje omelet + thee en daarna praten we wat af met Leneke, die na 2 jaar in Nederland geweest te zijn, via de Trans -Siberische spoorlijn en Japan nu op weg is naar Australië om dan via de Trans American Highway huiswaarts te keren. Ze is meer ervaren met dit soort reizen en heeft vis, kroepoek, komkommers en tomaten bij zich, zodat we het eten wat smakelijker kunnen maken. Ook hebben we wat contact met Karel, die de film Woodstock erg mooi vindt, maar vertelt, dat die in Indonesië verboden is. ‘sAvonds weer naar de bar, nu met karaoke, en vervolgens slapen op een tafel. Zo varen we door de Straat van Malakka, compleet met supertankers; passeren de evenaar en zien in de verte Singapore; leggen nog aan in Mintok en na nog een nacht aan boord, nu slapend op een bank varen we op maandagmorgen 10 februari de haven Tandjung Priok binnen en zetten om 8 uur voet aan wal, tijdens de periode van de moesson, dwz., bijna geen zon, veel straten staan blank en met dragelijke temperaturen. Op het postkantoor wacht ons een rijke oogst en vervolgens richten we onze schreden naar familie, waar we met open armen en een goede maaltijd ontvangen worden.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley